
Waren we hier duizenden jaren geleden al bezig met gebiedsontwikkeling?
29 september '17
Onlangs was de feestelijke opening van het tiny house village en de stadsakker. Wethouder Joris Wijsmuller van de gemeente Den Haag opende deze inspirerende plek samen met BPD en alle pioniers van Proeftuin Erasmusveld, waaronder Arthur van der Lee. Tijdens zijn speech kijkt hij naar het verleden, heden en de toekomst.
'Net loop ik naar achter op het terrein, om even uit de hectiek te stappen van de voorbereidingen hier. Ik was al weer helemaal vergeten dat ze daar, de archeologen, in de grond aan het woelen zijn op zoek naar oude resten. Ik kan er onverwacht even giga ver uitzoomen; de potscherf die ik in mijn hand krijg gedrukt komt uit de steentijd. In deze periode, ik weet niet eens hoeveel duizend jaar geleden, begonnen mensen zich hier voor het eerst te settelen. Ze bouwden houten hutten, hielden wat vee en, zonder het zelf misschien te weten waren zij zo de eerste gebiedsontwikkelaars van de randstad.

Die hutten stonden niet op wielen, zoals onze Tiny Houses, men bleef zolang als dat ging. Van de echte nomade, de mens van voor de steentijd dus, de jager-verzamelaar wordt nauwelijks nog iets gevonden. Wat de huidige mens achterlaat daar struikel je trouwens over. Op de zijkant van het woonhuis dat op de Proeftuin staat heeft Jasmijn wat recente vondsten gedocumenteerd: voornamelijk een hele hoop plastic zooi.
Hoe in die geschiedenis positioneren wij ons, als Tiny House-bewoners? Zijn we werkelijk onderdeel van een nieuwe beweging? Of staan we, zoals de vader van Barry – één van de Tiny House-bewoners – het ziet gewoon op een hele mooie camping? Ik weet het niet precies, maar wat ik wel voel is, of zijn, twee dingen. Ten eerste dat wat hier gebeurt uniek en wezenlijk is. Het, zoals ik het zou willen noemen, zachte onderzoek dat we hier doen, gaat over meer dan wonen; namelijk over de vraag hoe, voor een grote, groeiende groep mensen wonen weer tot leven kan komen. Een fijn huis, groot of klein, da’s mooi, maar de verbinding met elkaar, het voedsel dat we eten, the whole damn package, en dan ook nog een flinke dosis vrijheid, hoe geven we dat vorm?
Dat brengt me op het tweede ding: er zijn natuurlijk allerlei manieren om daarmee te experimenteren, om zoals BPD het zelf zegt echt een gebiedsontwikkelaar te zijn in plaats van enkel een ontwikkelaar van stenen. Maar dat BPD in dit geval juist ons heeft gekozen om de radicale vorm van leven die we hier laten zien gedoogd en gedaan te krijgen, vind ik – vinden wij – echt opzienbarend. De oogst is wellicht een wat minder concrete dan BPD gewend is, maar ik hoop wel één die gaat beklijven.
De manier waarop wij gedurende twee jaar zullen leven is niet voor iedereen, dat is oké. Maar zij die de vonk voelen, de vonk van het plezier om je eigen leefomgeving samen vorm te geven, hopen we te inspireren en met een glimlach weer te zien gaan.
Voor ik afrond, nog iets: integraal onderdeel van dit project is een stadsakker. Een beeldschoon voorbeeld van hoe voedselteelt dichtbij huis en de stad er uit kan zien. Beeldschoon niet alleen omdat de pompoenen je er in de mond groeien, maar vooral omdat de akker met zoveel liefde en aandacht door stadsboerin Suzanne is aangelegd. Aandacht voor het werk en voor elkaar, dat is een kwaliteit die ik bij Suzanne en alle andere Proeftuin Pioniers steeds heb terug gezien. Vaak wordt de appel geplukt nog voor ‘ie rijp is en uit zichzelf op de grond mag vallen. De kwaliteit van leven en wonen die we hier nastreven is de tegenovergestelde. Die duurt langer en is binnen onze samenleving kostbaar en kwetsbaar.
Vanwege de extreme regenval de afgelopen weken en dagen, en waarschijnlijk mede dankzij het grondverzet en het plaatsen van betonplaten in het midden van de Proeftuin, is die akker tot een paar
keer toe veranderd in een vijver. Met eenden zelfs! Op een bepaald niveau een beetje een ramp, punt. Maar op een ander niveau, en passen bij de Proeftuin-status van dit gebied een symbolische gebeurtenis. Als groep voelden we, in al dat water zit nu al, nog voor we echt begonnen zijn, oogst in de vorm van inzichten: bijvoorbeeld die van wow!, weersextremiteiten als gevolg van klimaatveranderingen zijn echt iets om rekening mee te houden. Zelfs de hovenier die ons op het terrein geholpen heeft had nog nooit zoveel water uit de lucht zien komen.
Maar ook, als inzicht: laten we het onszelf gunnen om net als in het bouwproces van onze Tiny Houses, van wat er zich onder onze handen afspeelt, te leren. Ook als het misgaat, of juist dan. De rijkdom van deze processen, van het maken van je eigen huis ook al ben je geen timmerman, en van het verbouwen van je eigen voedsel ook al ben je geen boerendochter, is wat we met jullie, de toekomstige bewoners van de wijk en iedereen die zich tot de Proeftuin aangetrokken voelt willen delen.
Het mag duidelijk zijn: we zijn BPD en zeker ook de gemeente Den Haag, heel dankbaar voor het willen aangaan van dit avontuur met ons. Hoe radicaal onze keuzes ook mogen lijken, we zijn allemaal, net als onze Proeftuin-baby Ole, met luiers om (een wasbare in het geval van Ole) begonnen de wereld te verkennen. En onder onze volwassen identiteiten schuilen, nog steeds, voornamelijk overeenkomsten. De Proeftuin heeft ons dat inmiddels wel geleerd.'